Inleiding
Cafeïne heeft veel namen. Coffeïne, Theïne, Matheïne en Guaranine zijn voorbeelden. Cafeïne zelf is een wit poeder. Het is bekend, omdat als je het drinkt, er erg alert van wordt. Het stimuleert je denkvermogen, versnelt de aanmaking van stoffen in heel je lichaam en verhoogt de bloeddruk en ademhaling.
Het zit veel in koffie, thee en chocola.

De stof
De werking van Cafeïne. Coffeïne is een gifstof die in sommige planten zit. Als een insect bijvoorbeeld een cacaoboon eet, dan wordt hij verlamd en sterft de dood. En als een blad van een plant op de grond valt, zorgt het er voor dat andere planten rondom de plant kunnen groeien, die de ruimte voor zichzelf houdt. Bovendien geeft cafeïne bepaalde stoffen af. Wanneer een bij een andere bij zoekt, dan zoekt hij naar de stoffen die zo’n bij achterlaat. Maar Caffeïne geeft die stof ook af. Zo gaat de bij naar de plant, die dan stuifmeel op zich krijgt, en naar een andere plant van hetzelfde soort. Het stuifmeel komt op de andere plant en is die bestoven. Caffeïne is dus een gemeen middeltje.

Gevaren
Het gif in Caffeïne is ook schadelijk voor mensen. Niet heel erg, maar toch. Als je 80 kopjes sterke koffie drinkt, ga je dood. Bij kinderen is dat de helft. 40 kopjes dus. Maar het betekend dat je ook al bij minder al ziek zou zijn. Behalve acute vergiftiging kan er ook intolerantie komen en word je allergisch. Maar dat is nog niet eens het gevaarlijkste. Caffeï ne is een drug, en drugs zijn verslavend. Sommige mensen zijn verslaafd aan Caffeïne. Als ze stoppen, dan krijgen ze ontwenningsverschijnselen als hoofdpijn en te lage bloeddruk. Bij kinderen wordt de ontwikkeling van het zenuwstelsel belemmerd. Teveel Caffeïne leidt soms ook tot hoofdpijn en een te hoge bloeddruk. Eigenlijk zijn 5 kopjes koffie al te veel. Daar slaap je slecht van. Een bewijs hiervan is het bekende fenomeen 'Zaterdagochtend-hoofdpijn'. De meeste mensen slapen op zaterdag ochtend langer uit dan normaal. Omdat je dan je koffie pas later krijgt, krijg je hoofdpijn. Het gaat hier dan om ontwenningsverschijnselen.